De afgelopen jaren heeft de Europese Commissie flink ingezet op digitalisering van de btw-rapportage. Onder het programma VAT in the Digital Age (ViDA) ligt er inmiddels een duidelijk pad richting verplicht elektronisch factureren en rapporteren binnen de EU. Toch blijft het in Nederland opvallend stil rond een binnenlandse verplichting voor B2B e-facturering. Waar landen als Duitsland, Frankrijk en België al concrete stappen zetten, lijkt Den Haag de kat uit de boom te kijken. Dat kan voor ondernemers grote gevolgen hebben.
De Europese koers
Het ViDA-pakket is op 11 maart 2025 officieel aangenomen en sinds 12 april 2025 in werking. Eén van de pijlers: vanaf 1 juli 2030 moeten alle ondernemingen in de EU bij grensoverschrijdende B2B-transacties elektronisch factureren. Daarbij geldt de Europese norm EN 16931, zodat facturen uniform uitwisselbaar zijn. Dit moet niet alleen de btw-inning versterken, maar ook administratieve lasten verminderen en foutgevoeligheid terugdringen.
Daarnaast hebben lidstaten sinds april 2025 de vrijheid om ook binnenlandse e-facturatie verplicht te stellen, zonder voorafgaande toestemming van de Europese Commissie. Veel landen grijpen die kans. Zo wordt in België per 1 januari 2026 B2B e-factureren verplicht via het Peppol-netwerk. In Duitsland geldt vanaf 1 januari 2025 al de verplichting dat bedrijven e-facturen kunnen ontvangen, en vanaf 2027 wordt ook uitreiken stapsgewijs verplicht.
Nederland: aarzelend beleid
In Nederland geldt momenteel alleen een verplichting voor B2G-facturen: ondernemingen die zaken doen met de overheid moeten elektronische facturen sturen in het EN-formaat (via Digipoort of Peppol). Voor B2B en B2C is e-factureren nog vrijwillig.
Uit recente berichtgeving in het Financieele Dagblad blijkt dat Nederland hiermee het risico loopt om “achterop te raken” in de digitalisering van btw. Terwijl onze buurlanden wetgeving en implementatieplannen concreet maken, blijft de Nederlandse overheid terughoudend. Mogelijk speelt mee dat de invoering complex is voor het brede mkb, waar digitalisering soms nog achterloopt.
Druk vanuit de markt
Ondertussen groeit de druk vanuit de markt. Softwareleveranciers zoals Exact en Wolters Kluwer, maar ook accountantsorganisaties, pleiten voor helderheid. Zij moeten immers tijdig hun systemen aanpassen om ondernemers te ondersteunen. Uit onderzoek blijkt dat 56% van de accountantskantoren al voorbereid is op e-facturatie, maar dat een groot deel van het mkb nog nauwelijks stappen heeft gezet.
De voordelen zijn duidelijk: elektronische facturatie bespaart tijd, vermindert fouten, verlaagt kosten en vergroot compliance. Daarnaast sluit het aan bij internationale verplichtingen. Voor Nederlandse ondernemers die zakendoen met Duitsland, België of Frankrijk komt de verplichting hoe dan ook dichterbij, ook als Den Haag nog geen knoop doorhakt.
Gevolgen voor ondernemers
Voor Nederlandse bedrijven is het daarom verstandig niet te wachten. Door nu al over te stappen op e-facturatie, kunnen ze profiteren van de efficiencyvoordelen en voorkomen dat ze straks onder tijdsdruk moeten voldoen aan Europese of buitenlandse verplichtingen. Vooral bedrijven die internationaal actief zijn, doen er goed aan hun systemen op korte termijn te evalueren.
Conclusie
De Europese trein richting digitale btw-rapportage dendert door. Nederland staat op het perron te aarzelen, maar ondernemers kunnen zich beter niet laten verrassen. Het is niet de vraag of e-factureren ook hier verplicht wordt, maar wanneer.
Bronnen:
- Financieele Dagblad, Nederland dreigt achterop te raken met digitalisering btw (18 aug 2025)
- Nextens, E-facturatie verplichting Nederland: waar staat Den Haag nu echt? (19 aug 2025)
- BDO, E-facturering ook voor Nederlandse ondernemers: eerder vandaag dan morgen (26 jun 2025)
- Wolters Kluwer, E-invoicing in Nederland: wat betekent het voor accountants? (feb 2025)